In evenwicht blijven

Het evenwicht begint met de werking van je evenwichtsorganen. Deze zitten in het binnenoor, vlak naast het gehoororgaan. Je hebt twee oren en dus aan beide zijden ook evenwichtsorganen. Het is een zintuig. Het registreert de bewegingen die het hoofd en lichaam maken. Daarvoor zijn er vijf sensoren; twee statolietorganen en drie halfcirkelvormige kanalen. Links en rechts, dus tien sensoren samen.

De statolietorganen zijn gevoelig voor de zwaartekracht. Deze reageren op de stand van het hoofd en de kantelingen van het hoofd. Zij dragen bij aan de hoofdstabilisatie, oftewel de oriëntatie van de ogen ten opzichte van de horizon. En ze zorgen voor de rechtopstaande houding. Daarvoor is er een samenwerking met de nek- en rugspieren.

De drie halfcirkelvormige kanalen kunnen elke verandering van een draaibeweging van het hoofd en lichaam waarnemen. Dat gebeurt bij het voor- en achterover buigen of rollen, zijwaarts bewegen, achterom kijken en ronddraaien om je as.

Veilig weggestopt in rotsbeen

In evenwicht blijven, een heel proces

De evenwichtsorganen registeren alle bewegingen en sturen die informatie door naar de hersenen. Ook de informatie van andere zintuigen komen in de hersenen aan. Als de samenwerking tussen de zintuigen goed verloopt, reageert het lichaam precies op wat nodig is. Je verandert je houding en beweging zodat het evenwicht zich ‘herstelt’. Je komt rechtop of je stapt opzij, je pakt iets vast of laat juist iets vallen om zelf niet te vallen. Je zet je schrap of beweegt mee. Je gaat zitten of rent weg. Je zorgt voor je eigen veiligheid.

Het bijzondere aan de evenwichtsorganen is, dat ze de miniemste veranderingen registeren en ze doen dat supersnel. En ze hebben nog meer taken; ze spelen een rol in de hartslagfrequentie, de bloeddrukregulatie, de ademhaling en het waak-slaapritme.

Er is niet één plekje in de hersenen voor het evenwicht. Er is een heel evenwichtssysteem dat je staande houdt.